De Jaarrekening

Overzicht van verschillen per programma met toelichting

PROGRAMMA 1 BESTUUR EN DIENSTVERLENING (VOORDEEL € 89.000)

Taakveld 0.1 Bestuur (nadeel van € 143.000)

Commissies van bezwaar & klachtenbehandeling (nadeel € 46.000)
De afwijking op dit budget wordt veroorzaakt door dat er in 2021 enkele dwangsommen zijn opgelegd. Dit komt door opgelopen achterstanden op dit terrein. Inmiddels is extra capaciteit ingezet om de achterstanden weg te werken en nieuwe dwangsommen te voorkomen. De opgelegde dwangsommen zorgen voor een incidenteel nadeel van € 46.000 in 2021.

APPA regeling ( nadeel € 103.000)
Per 1 januari 2022 is het APPA Plan bij A.S.R gestopt. Dit betekent dat de uitvoering voor de APPA Pensioenen en het nabestaandenpensioen bij overlijden voor de pensioendatum elders ondergebracht moesten worden vanaf 1 januari 2022. Samen met een extern bureau is een APPA risicoscan opgesteld voor onze organisatie. Dit heeft geleid tot een aantal wijzigingen per 1 januari 2022 inzake de APPA regeling en de uitvoering hiervan.

Van A.S.R. hebben we een overzicht ontvangen met daarop een verwacht opgebouwd beleggingstegoed tot 1 januari 2022. Aangezien het hier beleggingen betreft, zijn dit veronderstelde bedragen. Het hiaat tussen het benodigde beleggingstegoed en opgebouwde beleggingstegoed op dit overzicht bedraagt op peildatum 1 januari 2022 € 1.012.000. In de voorziening wethouderspensioenen die is opgenomen in de begroting was een totaalbedrag opgebouwd van € 909.000 (saldo jaarrekening 2020). Dit betekent een verschil van € 103.000 tussen het hiaat en hetgeen in de voorziening aanwezig was. Dit verschil is nu bijgestort.

Overige kleine verschillen (voordeel € 6.000)
Binnen het taakveld Bestuur zijn er minimale overige kleine verschillen. Overige kleine verschillen behoeven geen verdere toelichting. Zodoende is in totaliteit sprake van een incidenteel nadeel van € 143.000 dat in de jaarstukken
opgenomen dient te worden op het taakveld bestuur.

Taakveld 0.2 Burgerzaken (voordeel van € 54.000)

Leges burgerlijke stand (voordeel € 52.000)
Dit voordeel is ontstaan doordat we veel meer leges burgerlijke stand hebben ontvangen dan begroot. De opbrengsten zijn hiervoor met 40% gestegen. Dit wordt weer veroorzaakt door het  relatief grote aantal huwelijken dat is afgesloten in 2021. Een deel daarvan waren uitgestelde huwelijken uit het jaar 2020.

Overige kleine verschillen (voordeel € 2.000)
Binnen het taakveld Burgerzaken zijn minimale overige kleine verschillen. Overige kleine verschillen betreffen een voordeel van € 2.000 en behoeven geen verdere toelichting.

PROGRAMMA 2 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID (VOORDEEL € 180.000)

Taakveld 1.2 Openbare orde en veiligheid (incidenteel voordeel € 173.000)
Op Opruimen explosieven is sprake van een incidenteel voordeel van € 175.000. De gemeente is intermediair voor een rijksregeling voor het opruimen van explosieven bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het rijk draagt voor 2/3 bij. De overige kosten, 1/3, draagt de initiatiefnemer zelf. Omdat vooraf onbekend is om hoeveel projecten het gaat, is een gemiddelde van de afgelopen vijf jaar (€ 300.000) als bedrag in de begroting opgenomen (bij de bestuursrapportage najaar 2021). In 2021 zijn relatief weinig projecten aangevraagd waarbij explosievenonderzoek nodig was. Omdat de gemeente slechts intermediair is, is deze post opgenomen als een last en een baat. Van het voordeel op Opruimen explosieven (waar de last is geraamd) valt € 165.000 weg tegen een nadeel op taakveld 0.7 Algemene uitkering (waar de baat is geraamd).

Overige kleine verschillen op dit taakveld tellen op tot een incidenteel nadeel van € 2.000 en  behoeven geen toelichting.

Overige taakvelden kleine verschillen € 7.000 voordeel.
behoeven geen toelichting.

PROGRAMMA 3 FYSIEKE LEEFOMGEVING (VOORDEEL € 879.000)

Taakveld 2.1 Verkeer en vervoer (voordeel incidenteel € 238.000)
Het taakveld Verkeer en vervoer heeft een voordelig saldo van afgerond € 238.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp.

Beheerplan openbare verlichting  (nadeel incidenteel € 31.000)
Het elektriciteitsverbruik was € 35.000 minder dan begroot. Dit komt omdat er dit jaar geen energiebelasting in rekening is gebracht. Aan het onderhoud openbare ruimte en roerende zaken is € 66.000 méér uitgegeven, omdat er in 2021 meer meldingen zijn binnengekomen dan in 2020, wat extra kosten met zich heeft meegebracht.

Vergunningen / bezwaarschriften (voordeel incidenteel € 49.000)
Er zijn veel meer leges ontvangen dan begroot. Er is vorig jaar een aanname gemaakt van 250 meldingen klein werk (<25 m1) per jaar. Dit zijn er in totaal 431 geweest De binnengekomen leges komen overeen met de meldingen.

Voorbereiding aanleg randweg Ochten (voordeel incidenteel € 187.000)
Op basis van een bestuursopdracht gebiedsvisie Ochten Oost wordt een businesscase naar een alternatieve ontsluiting opgesteld. De uitvoering ervan is niet in één jaar, maar loopt over meerdere jaren tot en met 2023. Het beschikbare onderzoeksbudget had ook over meerdere jaren verdeeld moeten worden. Daarom stellen we nu voor aan de raad om als volgt het bedrag door te schuiven: € 100.000 naar 2022 en € 87.000 naar 2023. Hierdoor blijft er geen voordeel over in 2021.

Overige kleine verschillen
Binnen dit taakveld zijn resterende afwijkingen van € 33.000 voordelig en incidenteel en vallen onder overige kleine verschillen en behoeven formeel geen toelichting.

Taakveld 5.5 Cultureel erfgoed (nadeel incidenteel € 100.000)
Het taakveld Cultureel erfgoed heeft een nadelig saldo van afgerond € 100.000. Het verschil wordt hieronder toegelicht.

Onderhoud kerktorens (nadeel incidenteel € 100.000 )
In 2020 zijn inspecties uitgevoerd: dit is een verplichting uit de Erfgoedwet. Hieruit bleek dat het noodzakelijk is groot onderhoud uit te voeren aan de kerktorens in de gemeente. Ter dekking zijn bij Rijksdienst van Cultureel Erfgoed voor monumentale elementen subsidies aangevraagd en verkregen. Als het geen rijksmonument betreft moet de gemeente het onderhoud uit eigen middelen betalen. Er is hierdoor een overschrijding op de post Onderhoud kerktorens. In het door uw raad in december 2021 vastgestelde Beheerplan duurzaam meerjarig onderhoud gemeentelijke gebouwen 2022-2025 is het onderhoud van de kerktorens nu meegenomen.

Taakveld 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie (voordeel incidenteel € 177.000)
Het taakveld Openbaar groen en (openlucht) recreatie  heeft een voordelig saldo van afgerond € 177.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp.

Groenstroken (voordeel incidenteel € 63.000 )
In 2014 is de gemeente Neder-Betuwe gestart met het project gemeentelijk grondgebruik. Met dit project wil de gemeente het gebruik van gemeentegrond reguleren. Bewoners die een stukje gemeentegrond direct grenzend aan hun woonperceel gebruiken, zonder dat daarvoor afspraken zijn gemaakt, krijgen eventueel de mogelijkheid om deze grond aan te kopen of te huren. Het financiële uitgangspunt is dat het project minimaal kostendekkend moet zijn. Het project loopt over meerdere jaarschijven. De opbrengsten uit de grondverkopen zijn in 2021 hoger geweest dan de kosten van de externe inhuur hiervoor.

Beheerplan groen/planning/beleid (voordeel incidenteel € 74.000)
Bij de jaarrekening 2020 zijn middelen toegekend voor het uitvoeren van het verplicht onderhoud van de watergangen. Het Waterschap voert het baggerwerk uit van de A-watergangen. De gemeente moet het baggerwerk gaan uitvoeren voor de B-watergangen. We hebben hiervoor een beheerplan laten maken. Voor de uitvoering van dit beheerplan zijn nog forse middelen nodig. We komen hiervoor nog met een plan naar de raad. We stellen in ieder geval voor om de middelen die nog niet zijn besteed (€ 74.000) hiervoor te bestemmen in 2022. Hierdoor blijft er geen voordeel over in 2021.

AVRI  IBOR (voordeel incidenteel € 58.000)
De oorzaak van de onderschrijding op het budget heeft meerdere oorzaken.
Er is minder budget uitgegeven doordat er

  • minder inzet is geweest van Werkzaak medewerkers. Deels is dit corona-gerelateerd, omdat medewerkers uit woongroepen niet mochten komen werken en soms ziek waren. 
  • Tevens is er minder budget uitgegeven, omdat er geen invulling was voor de gewenste extra ondersteuning in het onderhoud in het 2e en 3e kwartaal. Gevolg hiervan was dat de afgesproken beeldkwaliteit vaak niet werd gehaald. Daarbij kwam dat door verschuiven van inzet van Werkzaak medewerkers in het onderhoud de kosten gedrukt zijn.
  • Bij het werk dat aan de Avri is uitbesteed is budget overgebleven, doordat er minder opdrachten zijn verstrekt.

Avri heeft verzuimd om de budgetonderschrijdingen te melden in haar voortgangsrapportages.
De budgetafwijking resulteert in een incidenteel voordeel € 58.000. Wij stellen de raad voor € 40.000 van dit financiële voordeel te bestemmen aan afronding Avri IBOR 2022. Dan blijft een incidenteel voordeel over van € 18.000 in 2021.

Overige kleine verschillen
Binnen dit taakveld zijn overige kleine verschillen van een nadeel incidenteel € 18.000 en behoeft formeel geen toelichting.

Taakveld 7.2 Riolering (nadeel incidenteel € 150.000)
Het taakveld Riolering heeft een nadelig saldo van afgerond € 150.000. Dit bedrag komt voort uit lagere uitgaven voor riolering in 2021, wat resulteert in een BTW nadeel. Onderhoud en vervanging van riolering maakt onderdeel uit van een integrale aanpak van een wijk. Daardoor is het moment van de werkzaamheden niet exact te plannen. Door de komst van het BTW-compensatiefonds (BCF) vallen de uitgaven van riolering onder de BCF en kan de BTW op uitgaven voor het riool worden gecompenseerd. Bij onze inwoners wordt rioolheffing inclusief BTW opgehaald. Hierdoor is er onder aan de streep altijd een voordeel: de BTW. Als we geplande investeringen en uitgaven niet of pas later doen, kan er minder BTW gecompenseerd worden bij het BCF dan geraamd. Dus staat er onderaan de streep een nadeel (de te compenseren BTW). De budgettering voor riool is een gesloten systeem.

Taakveld 7.3 Afval (voordeel incidenteel € 91.000)
Het taakveld Afval heeft een voordelig saldo van afgerond € 91.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp.

Afvalverwijdering en heffing (voordeel incidenteel € 116.000 )
Het betreft hier de definitieve afrekening Avri Afval over het jaar 2020 en de voorlopige afrekening AVri afval over het jaar 2021. De afrekening over het jaar 2021 zal definitief worden bij de jaarstukken van de Avri 2021.

Overige kleine verschillen
Onder dit taakveld zijn overige kleine verschillen voor een incidenteel nadeel van € 25.000 en behoeft formeel geen verdere toelichting.

Taakveld 7.4 Milieubeheer  (voordeel incidenteel € 297.000)
Het taakveld Milieubeheer heeft een voordelig saldo van afgerond € 297.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp.

Energietransitie (voordeel incidenteel € 183.000)
Het betreft hier rijksmiddelen die worden ingezet om het energieverbruik te verminderen en de energietransitie te versnellen. De middelen zijn bij de decembercirculaire 2019 door het rijk beschikbaar gesteld (2019-2021). De stimuleringsprogramma’s hebben een wat langere aanloop gehad dan verwacht en het proces is nog niet afgerond. Voor de warmtevisie wordt in 2022 een uitvoeringsprogramma opgesteld. Daarna volgt de uitvoering in stappen, dit vergt de nodige begeleiding. Voor de stimuleringsregelingen zijn de termijnen verlengd. Ook hiervoor zijn in 2022 de middelen - nodig voor advisering, begeleiding van processen en wordt de informatievoorziening, advisering, begeleiding en communicatie - voortgezet. We willen de raad voorstellen om dit restantbudget mee te nemen naar 2022. Hierdoor blijft er geen voordeel over in 2021.

Bijdrage ODR (voordeel incidenteel € 116.000)
Door de coronacrisis zijn er minder bedrijven geweest die milieuaanvragen hebben ingediend. In het 3e en 4e kwartaal van 2021 is hier een sterke daling zichtbaar. Hierdoor zijn er minder (integrale) milieucontroles uitgevoerd en dus minder uren gemaakt dan begroot. Ook zijn de ingediende meldingen minder complex van aard geweest, waardoor er ruim binnen de begrote uren is gewerkt. Verder zijn er minder omgevingsvergunningen (milieudeel) aangevraagd dan begroot en zijn er meerdere aanvragen lopend maar nog niet afgerond.

Overige kleine verschillen
Binnen dit taakveld zijn nadelig incidenteel overige kleine verschillen van € 2.000 en behoeft geen verdere toelichting.

Taakveld 7.5 Begraafplaatsen en crematoria (voordeel incidenteel € 8.000)
Het taakveld Begraafplaatsen en crematoria heeft een voordelig saldo van afgerond € 8.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp.

Onderhoud begraafplaats (nadeel incidenteel € 45.000)
De stijging van de onderhoudskosten komt door meer begrafenissen die we hebben moeten uitvoeren. Daarnaast was er onvoorzien boomonderhoud en heeft de actualisatie van het begraafplaatsbeleid geleid tot extra kosten.

Baten begraafplaatsen (voordeel incidenteel € 57.000)
Er waren in 2021 meer begrafenissen op onze gemeentelijke begraafplaatsen. Hierdoor is er een incidenteel overschot (voordeel) ontstaan.

Overige kleine verschillen
Binnen dit taakveld zijn overige kleine verschillen nadeel incidenteel € 4.000 en behoeven geen verdere toelichting.

Taakveld 8.1 Ruimtelijke Ordening (nadeel incidenteel € 288.000)
Het taakveld Ruimtelijke Ordening heeft een nadelig saldo van afgerond € 288.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp.

Regiekamer Leges (nadeel incidenteel € 36.000)
Er zijn minder initiatieven ingediend voor de behandeling in de regiekamer dan we hadden begroot. Dit heeft geleid tot minder legesinkomsten (€ 11.000) dan begroot. Daarnaast bleek in 2021 het aantal bestede uren voor enkele initiatieven hoger dan gemiddeld met als gevolg een eenmalige last van € 25.000. Het hoger aantal bestede uren is om diverse redenen ontstaan:

  • Het advies van een aantal initiatieven is voorgelegd aan het college, wat heeft geleid tot extra uren voor deze initiatieven;
  • Voor één initiatief heeft op verzoek van het college een heroverweging in de regiekamer plaatsgevonden. Omdat dit niet op verzoek van de initiatiefnemer was, zijn de legeskosten niet in rekening gebracht bij de initiatiefnemer;
  • Een aantal initiatieven is, na aanpassing, opnieuw voorgelegd aan de regiekamer. Uit coulance met de initiatiefnemers hebben we daarvoor niet opnieuw leges in rekening gebracht.

Regiekamer Overeenkomsten (nadeel incidenteel € 116.000)
In 2021 is sprake van een incidenteel nadeel van € 116.000. Van de in 2021 geraamde inkomsten van  € 581.000 is € 465.000 ontvangen. Dit nadeel komt doordat aan de ene kant minder overeenkomsten zijn afgesloten dan geraamd en aan de andere kant voor de afgegeven overeenkomsten meer uren zijn besteed dan geraamd. Voor 2021 is het beschikbare budget voor niet verhaalbare kosten ingezet en niet overschreden.

Terugverdiencapaciteit Regiekamer overeenkomsten (nadeel incidenteel € 123.000)
Ons uitgangspunt bij de Regiekamer overeenkomsten is dat alle kosten van onze dienstverlening betaald worden door de initiatiefnemer. In de begroting was voor de uitvoering van Regiekamer overeenkomsten in 2021 een terugverdiencapaciteit geraamd van € 478.000. In 2021 blijken er minder Regiekamer overeenkomsten te zijn gesloten, namelijk tot een bedrag van € 355.000 (en daarmee dus € 123.000 minder dan aanvankelijk geraamd). Tegenover deze lagere terugverdiencapaciteit staan uiteraard ook lagere uitgaven. Er is voor € 123.000 minder aan inhuur besteed. Voor een verdere toelichting op minder bestede inhuur van € 123.000 verwijzen wij u naar paragraaf Bedrijfsvoering.

Overige kleine verschillen
De resterende afwijkingen van € 13.000 zijn nadelig en incidenteel op dit taakveld en vallen onder de overige kleine verschillen en behoeft daarom geen toelichting.

Taakveld 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) (voordeel incidenteel € 107.000)
Het taakveld Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) heeft een voordelig saldo van afgerond € 107.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp.

Bouwgrondexploitatie Casterhoven (nadeel incidenteel € 73.000)
Binnen het project Casterhoven is in 2021 een nadeel ontstaan van € 73.000. Het gaat hierbij om interne plankosten. Binnen de samenwerking is de afspraak dat de interne plankosten door elke organisatie zelf wordt gedragen. Een deel van de kosten van de speelvoorzieningen moet nog worden gefactureerd aan de samenwerking. In 2022 zullen we de baten ontvangen van Casterhoven.

Fructus gemeentelijke gronden (voordeel incidenteel € 203.000)
Het gaat hierbij om winstneming in het project. Dit wordt uitgelegd in paragraaf 6 Grondexploitatie.

Overige kleine verschillen
De resterende afwijkingen van € 23.000 zijn nadelig en incidenteel op dit taakveld en vallen onder de overige kleine verschillen en behoeft daarom geen toelichting.

Taakveld 8.3 Wonen en Bouwen (voordeel incidenteel € 464.000)
Het taakveld Wonen en Bouwen heeft een voordelig saldo van afgerond € 464.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp.

Leges Omgevingsvergunning- bouwen  (voordeel incidenteel € 481.000 )
Er zijn in 2021 veel meer (32%) omgevingsvergunningen aangevraagd, waardoor meer leges zijn ontvangen. De ODR geeft als mogelijke oorzaak het vele thuiswerken van inwoners door de coronamaatregelen. Een andere opvallende afwijking is terug te vinden in het aantal omgevingsvergunningen in de hogere bouwcategorieën. Daar is de overschrijding 150%. Dat heeft geresulteerd in fors meer ontvangen leges. Over de resultaten en de bijbehorende middelen infomeren we u uitgebreid via een afzonderlijk raadsvoorstel over de jaarstukken 2021 van de ODR in de raad van juni 2022.

Begeleiding diverse ruimtelijke procedures (nadeel € 106.000 )
Er zijn minder verzoeken voor wijzigen van een bestemmingsplan ingediend (vier) dan begroot (negen). Een deel van de legesinkomsten zijn van plannen die vóór 2021 zijn ingediend. Een deel van de ingekomen plannen zijn nog niet afgerond. In dat laatste geval zijn er wel uren (en dus kosten) gemaakt, maar nog geen legesontvangsten. Hier tegenover staat dat er wel meer wijzigingsplannen zijn ingediend (twaalf) dan begroot (zeven) Een deel van de legesinkomsten zijn van plannen die vóór 2021 zijn ingediend. Een deel van de ingekomen plannen is nog niet afgerond. In dat laatste geval zijn er wel uren (en dus kosten) gemaakt, maar nog geen legesontvangsten.

Controle en toezicht  (voordeel incidenteel € 118.000)
Het project huisvesting arbeidsmigranten hebben we slechts voor een klein deel ten uitvoer kunnen brengen. Oorzaak is een uitspraak over spuitzonering. Hierdoor is het niet mogelijk om huidige locaties voor arbeidsmigranten te legaliseren, omdat ze allemaal binnen een afstand van 50 meter vallen van een spuitzone. Er zijn minder uren besteed dan begroot aan handhavingskosten. De handhaving verliep goed en leverde vier lasten onder dwangsom op en slechts één beroepszaak.

Overige kleine verschillen
De resterende afwijkingen van € 29.000 zijn nadelig en incidenteel op dit taakveld en vallen onder de overige kleine verschillen en behoeft daarom geen toelichting.

Kleine verschillen op de overige taakvelden binnen dit programma laten een incidenteel voordeel zien van afgerond € 35.000 en behoeven niet toegelicht te worden.

PROGRAMMA 4 ECONOMIE (VOORDEEL € 291.000)

Taakveld 3.1 Economische Ontwikkeling (voordeel incidenteel € 48.000)
Het taakveld Economische Ontwikkeling heeft een voordelig saldo van afgerond € 48.000. Hieronder een toelichting.

Lokaal economisch beleid (voordeel incidenteel € 45.000)
Er was vanuit het werkbudget Lokaal economisch beleid extra budget beschikbaar gesteld voor de subsidieregeling CTB voor ondernemers en verenigingen. Dit bedrag is echter niet benut vanwege het lage aantal aanvragen. Door de covid19 maatregelen zijn er geen bijeenkomsten georganiseerd met ondernemers en ook de ondernemersdagen zijn niet doorgegaan. Vanuit 2020 is er (extra) budget meegenomen voor eventuele verdieping op het een onderzoek naar solitaire bedrijven in het buitengebied (2020/2021). Het onderzoek zelf is uitgevoerd en heeft een rapport opgeleverd. Het verdiepingsonderzoek op vergunningsniveau naar (planologische ruimte) is (nog) niet uitgevoerd, omdat het in relatie tot andere RO-projecten, een mindere prioriteit heeft, maar zal waar van toepassing in het programma buitengebied onder de Omgevingsvisie meegenomen worden. Per saldo levert dit een voordeel op € 45.000

Overige kleine verschillen
Binnen dit taakveld zijn overige kleine verschillen wat een incidenteel voordeel oplevert van € 3.000 en behoeven formeel geen toelichting.

Taakveld 3.2 Fysieke bedrijveninfrastructuur (voordeel incidenteel € 245.000)
Het taakveld Fysieke bedrijveninfrastructuur heeft een voordelig saldo van afgerond € 245.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp

EXPL. ABC (voordeel incidenteel € 204.000)
Bij EXPL ABC is € 210.000  winst genomen en wordt een nadeel van € 6.000  aan plankosten ontvangen uit de reserve Laanboomhuis. Per saldo een voordeel van € 204.000 Dit wordt verantwoord in paragraaf 6.

EXOV SV ABC ( voordeel incidenteel € € 67.000)
Vanuit EXOV SV ABC is € 67.000 afgedragen aan de reserve Laanboomhuis. Dit is op basis van de nota kostenverhaal ABC.

Realisatie Laanboomgebouw (nadeel incidenteel € 64.000)
Vanuit de reserve Laanboomhuis wordt een bedrag van € 64.000 ter dekking onttrokken voor de realisatie Laanboomgebouw.  

Overige kleine verschillen
De resterende afwijkingen van € 38.000 zijn incidenteel voordelig binnen dit taakveld en vallen onder overige kleien verschillen en behoeft formeel geen toelichting.

Kleine verschillen op de overige taakvelden binnen dit programma laten een incidenteel nadeel zien van afgerond € 2.000 en behoeven niet toegelicht te worden.

PROGRAMMA 5 WMO, JEUGDZORG EN PARTICIPATIEWET (VOORDEEL € 1.663.000)

Onderstaand worden de werkelijke cijfers van 2021 vergeleken met de cijfers in de begroting na de verwerking van de bestuursrapportage najaar 2021.

Op basis van de werkelijke cijfers van 2021 is er sprake van een voordeel van € 1.663.000 ten opzichte van de begroting. Dit is 8,6% ten opzichte van de begroting.

Op de Wmo is een voordeel van € 429.000 Dit is 6,6% ten opzichte van de begroting. Op Jeugd is een voordeel van € 361.000. Dit is 3,7% ten opzichte van de begroting. Op de Participatiewet is een voordeel van € 873.000. Dit is 28,1% ten opzichte van de begroting.

Onderstaande tabel geeft het overzicht van de geraamde en werkelijke uitgaven over 2021, gevolgd door een nadere toelichting op de grootste afwijkingen op Wmo, Jeugd en Participatiewet.

Budget 3 decentralisaties 2021

V = voordeel en N = nadeel t.o.v. de begroting

Wet maatschappelijke ondersteuning

begroting

werkelijk

saldo

N/V

Wmo zorg

2.515

2.291

224

V

Wmo voorzieningen

2.745

2.540

205

V

Toerekening salariskosten

1.244

1.244

Saldo Wmo-budgetten

6.504

6.075

429

V

Jeugd

begroting

werkelijk

saldo

N/V

Jeugdwet

7.906

7.607

299

V

Bestaande jeugdbudgetten

1.349

1.287

62

V

Toerekening salariskosten

460

460

Saldo Jeugdbudgetten

9.715

9.354

361

V

Participatiewet

begroting

werkelijk

saldo

N/V

Bijstandsverlening

173

-/-               51

224

V

Sociale Werkvoorziening

1.301

1.154

147

V

Participatiebudget

544

241

303

V

Minimaregelingen

731

532

198

V

Toerekening salariskosten

360

360

Saldo Participatiewet

3.109

2.236

873

V

Totalen

begroting

werkelijk

saldo

N/V

Wet maatschappelijke ondersteuning

6.504

6.075

429

V

Jeugdwet

9.715

9.354

361

V

Participatiewet

3.109

2.236

873

V

Totaal

19.328

17.664

1.663

V

Wet maatschappelijke ondersteuning (€ 489.000 incidenteel voordeel, € 60.000 structureel nadeel)
Op 20 oktober 2021 bent u in een raadsinformatiebrief (RIB-68) geïnformeerd over een herijking
van de budgetten Wmo. Wij hebben een inschatting gemaakt welke budgetten voor 2021 en volgende jaren nodig zijn. Op basis daarvan zijn in de bestuursrapportage najaar 2021 de budgetten Wmo (meerjarig) herijkt.

Ten opzichte van de begroting na verwerking van de bestuursrapportage najaar 2021 is onder aan de streep sprake van een voordeel van € 429.000. Er is sprake van één structureel nadeel van € 60.000. De overige afwijkingen zijn incidenteel.
In onderstaande tabel en toelichting worden de afwijkingen nader verklaard.

Bedrag x 1.000; V = voordeel en N = nadeel t.o.v. de begroting

Regeling/voorziening

begroting

werkelijk

saldo

V/N

Noodopvang vluchtelingen COA

50

32

18

V

Preventiebudget

502

440

62

V

Cliëntondersteuning en vroeghulp

53

34

19

V

Zorg in natura

1.438

1.335

103

V

Zorg in natura PGB

140

126

14

V

Huishoudelijke ondersteuning

1.623

1.553

70

V

Wmo-voorzieningen

610

534

76

V

Inkomsten uit eigen bijdragen

-/-       110       

-/-       50       

60

N

Beschermd wonen

120

15

105

V

Overige verschillen

22

V

Totaal

6.504

6.075

429

V

Noodopvang vluchtelingen COA (€ 18.000 incidenteel voordeel)
Van het budget van € 50.000 dat de raad beschikbaar heeft gesteld voor de extra kosten die we als gemeente hebben gemaakt voor het traject COA noodopvang, is circa € 32.000 gebruikt. De gemaakte kosten zijn inclusief extra inhuur van externe expertise. De ambtelijke uren zijn hierin niet meegerekend. Bij het COA is het verzoek gedaan om een financiële tegemoetkoming voor de gemaakte kosten. Op dit moment is nog niet bekend of het COA ons tegemoet komt.

Preventiebudget (€ 62.000 incidenteel voordeel)
Op het preventiebudget is een incidenteel voordeel van € 62.000. Het voordeel is ontstaan doordat wij in de begroting voor het hele jaar rekening hebben gehouden met een praktijkondersteuner (POH) Jeugd. Uiteindelijk is de POH in het najaar daadwerkelijk gestart. Het voordeel in 2021 is dan ook incidenteel.

Cliëntondersteuning en vroeghulp (€ 19.000 incidenteel voordeel)
De kosten voor cliëntondersteuning worden onder andere bepaald door de vraag naar onafhankelijke cliëntondersteuning. Wanneer meer inwoners gebruik maken van onafhankelijke cliëntondersteuning stijgen de kosten ook. Onafhankelijke cliëntondersteuning is een wettelijke verplichting en heeft daarmee een open einde karakter. In 2021 is met name in het begin van het jaar (mogelijke vanwege corona) minder gebruik gemaakt van deze dienstverlening.

Zorg in natura (€ 103.000 incidenteel voordeel) en Zorg in natura PGB (€ 14.000 incidenteel voordeel)
De stijging van de lasten van Zorg in natura is minder hard doorgezet dan in oktober werd verwacht. Op dit moment zien wij dit als incidenteel, omdat wij een toename zien in de aanvragen voor dagbesteding voor ouderen. Niet alleen neemt het aantal cliënten toe, maar ook het aantal cliënten dat meer dagen gebruik wil maken van dagbesteding. Ook is er een toename van de duurdere specialistische begeleiding en een toename in de problematiek rondom de GGZ-doelgroep. Dit is een landelijke trend.

Huishoudelijke ondersteuning (€ 70.000 incidenteel voordeel)
Sinds 2019 is sprake van een toename van het aantal cliënten. Het aantal ouderen stijgt en inwoners met verschillende ondersteuningsbehoeften blijven langer zelfstandig (thuis) wonen, waarbij er een toenemend beroep op huishoudelijke ondersteuning wordt gedaan. Met de invoering van het abonnementstarief is er geen financiële drempel om huishoudelijke ondersteuning aan te vragen. Ook de druk op mantelzorgers speelt een rol in de toename van de ondersteuningsvraag. De toename in de complexiteit van de hulpvragen heeft tot gevolg dat de basis huishoudelijke ondersteuning niet voldoende is en er meer uren nodig zijn. Ten opzichte van onze meerjarenverwachting is er sprake van een voordeel. Echter, het aantal cliënten zien wij niet afnemen. Mogelijk is het voordeel een effect van de maatregelen (zoals een nieuwe Beleidsregel huishoudelijke ondersteuning en nieuwe contracten inclusief normenkader). Wanneer het voordeel een structureel karakter heeft, zal dat in 2022 duidelijk(er) worden en zal dit worden verwerkt in de tweede bestuursrapportage 2022.

Wmo-voorzieningen (€ 76.000 incidenteel voordeel)
Voorzieningen zijn vervoersvoorzieningen zoals een scootmobiel, woningaanpassingen zoals een
traplift en rolstoelvoorzieningen. Het incidentele voordeel heeft grotendeels betrekking op rolstoelvoorzieningen (€ 50.000) en kan worden verklaard doordat er minder (elektrische) rolstoelen zijn verstrekt dan verwacht. Ook zien we dat er steeds meer tweedehands rolstoelen (vanuit het depot) worden verstrekt. Dit betekent dat er geen aanschafkosten zijn. Wij achten het prematuur om het voordeel ten opzichte van de begroting aan te merken als structureel, omdat het niet te voorspellen is welke hulpvraag en daarmee welke kosten er in 2022 op ons afkomen. Deze onzekerheid speelt met name op woningaanpassingen en rolstoelvoorzieningen, waarbij een specifieke hulpvraag van een enkele cliënt tot grote afwijkingen kan leiden. In 2022 zullen wij de uitgaven op Wmo-voorzieningen monitoren en, indien nodig/mogelijk, in de tweede bestuursrapportage 2022 bijstellen.

Inkomsten uit eigen bijdragen (€ 60.000 structureel nadeel)
Met ingang van 1 januari 2020 is het abonnementstarief ingevoerd en tevens het minimabeleid, waarin is vastgesteld dat inwoners met een laag inkomen geen eigen bijdrage betalen. Omdat wij niet over inkomensgegevens (mogen) beschikken was moeilijk in te schatten wat de financiële gevolgen van het abonnementstarief en het minimabeleid zouden zijn. Ook in 2020 kregen wij hiervan nog geen goed beeld. Onder meer doordat er bij de invoering van dit systeem het nodige is misgegaan, wat vertraging heeft gegeven op het incasseren van de eigen bijdragen door het CAK. Op basis van de informatie, die in september 2021 bij ons bekend was, hebben wij in de bestuursrapportage najaar 2021 het bedrag in de begroting reeds naar beneden laten bijstellen. Inmiddels hebben wij een (nog) beter beeld van de daadwerkelijke inkomsten die wij per jaar uit eigen bijdragen kunnen verwachten. Het nadeel bij de Jaarstukken wordt dan ook structureel geacht. Landelijk wordt er gesproken over de afschaffing van het abonnementstarief. Hierover is nog besluitvorming nodig. Financiële effecten verwachten wij daarom op zijn vroegst in 2023.

Beschermd wonen (€ 105.000 incidenteel voordeel)
Bij de Jaarstukken 2020 hebben wij reeds verantwoord dat wij van de gemeente Nijmegen (als centrumgemeente) middelen hebben ontvangen in aanloop naar de nieuwe financiële herverdeling van het landelijk budget in 2023. De middelen zijn bedoeld om de komende jaren te besteden aan beschermd wonen, sluitende aanpak (wijkGGZ) dak- en thuislozenprojecten, het versterken van lokale zorg- en welzijnsprojecten, schuldhulpverlening en ons lokale project 'tussenvoorziening'. Daarnaast zal er regionaal (met een bijdrage van alle gemeenten) geïnvesteerd moeten worden in voorzieningen en extra capaciteit (projectleider(s)). Daarom zijn de middelen bij de Jaarstukken 2020 bestemd voor 2021. Om de middelen ook voor 2022 en volgende jaren beschikbaar te houden, is bij de bestuursrapportage najaar 2021 reeds een deel van het verwachte voordeel bestemd voor 2022 en wordt voorgesteld om ook het resterende voordeel van € 105.000 te bestemmen voor 2022. Het woonplaatsbeginsel én het financieel verdeelmodel is - wederom - uitgesteld tot 1 januari 2024. Hiermee valt er een gat in de (financiële) afspraken met de gemeente Nijmegen. Als centrumgemeente ontvangt Nijmegen een jaar langer het totale budget voor beschermd wonen. Als regiogemeenten zijn we in overleg met de gemeente Nijmegen hoe we in 2023 omgaan met overschotten maar ook extra kosten die de regiogemeenten maken in voorbereiding op en implementatie van de transitie. Wij verwachten u hierover in de tweede helft van 2022 meer duidelijkheid te kunnen geven.

Overige kleine verschillen (€ 22.000 voordeel)
Behoeven geen toelichting.

Jeugd (€ 320.000 incidenteel voordeel, € 115.000 structureel voordeel, € 74.000 incidenteel nadeel)
Op 20 oktober 2021 bent u in een raadsinformatiebrief (RIB-68) geïnformeerd over een herijking van de budgetten Jeugd. Wij hebben een inschatting gemaakt welke budgetten voor 2021 en volgende jaren nodig zijn. Op basis daarvan zijn in de bestuursrapportage najaar 2021 de budgetten Jeugd (meerjarig) herijkt. In de brief is toegelicht dat het moeilijk is in te schatten hoe de lasten zich meerjarig zullen ontwikkelen, met name vanwege de complexiteit en de veelheid aan factoren die hierin meespelen.

Ten opzichte van de begroting na verwerking van de bestuursrapportage najaar 2021 is onder aan de streep sprake van een voordeel van € 361.000 (waarvan € 115.000 wordt aangemerkt als structureel).
Er is sprake van één incidenteel nadeel van € 74.000.
In onderstaande tabel en toelichting worden de afwijkingen nader verklaard.

Bedrag x 1.000; V = voordeel en N = nadeel t.o.v. de begroting

Regeling/voorziening

begroting

werkelijk

saldo

V/N

Zorg in natura

6.144

5.913

231

V

Zorg in natura PGB

150

224

74

N

Jeugdbescherming

1.152

1.035

118

V

Regionale inkoop Wmo en Jeugd

27

8

19

V

Algemene preventie

98

69

29

V

Bevorderen overige gezondheidszorg

361

331

30

V

Overige verschillen

8

V

Totaal

9.715

9.354

361

V

Zorg in natura (€ 231.000 voordeel, waarvan € 115.000 structureel) en Zorg in natura PBG (€ 74.000 incidenteel nadeel)
In de bestuursrapportage najaar 2021 is het budget voor zorg in natura naar beneden bijgesteld. Ten opzichte van de bestuursrapportage is wederom sprake van een voordeel op Zorg in natura. Een verklaring voor het voordeel in het najaar van 2021 is dat een aantal cliënten met kostbare jeugdzorg is uitgestroomd. In onze gemeente hadden wij een gezinshuis. Dat is gestopt. Dit heeft eind 2021 geleid tot een daling van de kosten. Vanwege het structurele karakter van de uitstroom eind 2021 merken wij de helft van het voordeel.(€ 115.000) aan als structureel. Uiteraard kunnen wij nieuwe instroom van dure jeugdzorg in 2022 – en daarmee een mogelijke toename in de kosten voor zorg in natura - niet uitsluiten.

We hebben diverse maatregelen doorgevoerd zoals nieuwe nadere regels, pilots jeugdhulp in de school en een praktijkondersteuner (POH) Jeugd. Met de start van de POH Jeugd in het najaar was 2021 het eerste jaar waarin alle maatregelen van kracht waren. Op dit moment is het nog te vroeg om uitspraken te doen over het (financiële) effect van de maatregelen. Bovendien zien we dat het aantal en de complexiteit van de hulpvragen (onder meer complexe gezinssituaties) toeneemt.
Het voordeel dat we nu aanmerken als structureel (€ 115.000) wordt verwerkt in de eerste bestuursrapportage 2022. In de tweede bestuursrapportage 2022 zullen wij u wederom informeren over de (financiële) effecten die wij zien.

Zorg in natura PGB heeft over de jaren heen een sterk wisselend karakter. In 2021 is sprake van een nadeel ten opzichte van eerdere jaren en ten opzichte van onze meerjarenverwachting. In 2021 was sprake van kostbare jeugdzorg, die eind 2021 is uitgestroomd naar de Wet langdurige zorg (Wlz), waarvan het rijk de lasten draagt. Het nadeel merken wij daarom aan als incidenteel.

Jeugdbescherming (€ 118.000 incidenteel voordeel)
Uit dit budget worden de uitvoeringskosten van de Gecertificeerde Instellingen (GI’s) in het kader van jeugdbescherming en jeugdreclassering betaald. Ook de kosten van het sociaal team en andere instellingen worden hieruit gefinancierd. Het voordeel is deels veroorzaakt door het opheffen van het gezinshuis (zie zorg in natura). Omdat deze kinderen uit de jeugdzorg van de GI zijn uitgestroomd, zijn hiervoor ook geen uitvoeringskosten meer in rekening gebracht. Daarnaast is het voordeel veroorzaakt door een personeelstekort binnen het sociaal team. Vacatures, die zijn ontstaan door uitstroom van personeel, zijn in 2021 niet meer ingevuld.

Algemene preventie (€ 29.000 incidenteel voordeel)
Als gevolg van de coronamaatregelen zijn verschillende werkzaamheden en activiteiten deels of niet doorgegaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om de inloop bij peuterspeelzalen, GezininFit en huisbezoeken bij kwetsbare gezinnen. Daarnaast is een deel van dit budget in 2021 en eerdere jaren onbenut gebleven. Dit is structureel afgeraamd in de heroverwegingsoperatie.

Bevorderen overige gezondheidszorg (€ 30.000 incidenteel voordeel)
Het incidentele voordeel wordt onder meer veroorzaakt doordat er minder AED’s dan begroot nodig bleken om te komen tot een dekkend AED-netwerk. Daarnaast is de subsidie die beschikbaar was voor de aanschaf van een AED en/of AED-buitenkast door inwoners/particulieren niet volledig benut. Het budget voor het voorkomen van eenzaamheid is niet volledig benut, doordat activiteiten geen doorgang konden vinden vanwege de coronamaatregelen en er minder subsidie voor initiatieven tegen eenzaamheid is aangevraagd door inwoners en organisaties dan beschikbaar was gesteld.

Regionale inkoop Wmo en Jeugd (€ 19.000 incidenteel voordeel)
In de raadsinformatiebrief van oktober 2021 bent u geïnformeerd over de regionale inkoopstrategie Wmo en Jeugd die in 2021 is opgesteld. In de bestuursrapportage najaar 2021 zijn de geschatte kosten opgenomen voor het jaar 2021, 2022 en 2023. In 2021 is een incidenteel voordeel ontstaan doordat er, door een verschuiving in de planning, in 2021 minder is ingehuurd dan verwacht. Wij verwachten dat daardoor het proces in 2022 een versnelling nodig heeft en daarmee extra inhuur. Daarom wordt voorgesteld om dit incidentele voordeel van € 19.000 te bestemmen voor 2022.

Overige kleine verschillen (€ 8.000 voordeel)
Behoeven geen toelichting.

Participatiewet (€ 873.000 incidenteel voordeel)
Op de Participatiewet is sprake van een voordeel van € 873.000. Net als 2020 was 2021 een uitzonderlijk jaar dat werd gekenmerkt door de coronacrisis, waarvan het (financieel) effect niet te voorspellen was. Niet door het rijk, van wie wij de middelen ontvangen, en ook niet door ons. Dit maakt het lastiger om eventuele structurele effecten/componenten te herkennen. Het voordeel dat in 2021 is ontstaan merken wij daarom vooralsnog aan als incidenteel. Wij blijven de financiële ontwikkelingen op de Participatiewet volgen. Waar het kan, zullen wij budgetten in de tweede bestuursrapportage 2022 laten bijstellen.

In onderstaande tabel en toelichting worden de afwijkingen nader verklaard.

Bedrag x 1.000; V = voordeel en N = nadeel t.o.v. de begroting

Regeling/voorziening

begroting

werkelijk

saldo

V/N

Inkomensvoorziening, Bijstandverlening (Bbz) en TOZO

120

-/-     98

218

V

WSW

1.301

1.154

147

V

Re-integratie- en participatievoorzieningen

416

223

193

V

Inburgering

128

17

111

V

Bijzondere Bijstand

640

454

186

V

Overige verschillen

18

V

Totaal

3.109

2.236

873

V

Inkomensvoorziening, Bijstandverlening en TOZO (€ 218.000 incidenteel voordeel)
In 2020 en 2021 heeft het rijk het macrobudget BUIG verhoogd, omdat in verband met de coronacrisis een toename werd verwacht in het aantal bijstandsgerechtigden. Deze verwachting kwam echter niet uit. Sterker nog, door de krappe arbeidsmarkt was het relatief makkelijker om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk te bemiddelen. Het aantal bijstandsgerechtigden is gedaald van 247 naar 220. Het hogere BUIG-budget is daarmee in 2021 niet nodig geweest. In 2021 was daarnaast de aanspraak op de Bijstandverlening (Bbz) erg laag, doordat in de eerste drie kwartalen de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig ondernemers (TOZO) als onderdeel van het steunpakket in verband met de coronamaatregelen nog bestond. Deze TOZO kent lichtere eisen dan de gebruikelijke Bbz-regeling. Net als in 2020 viel ook de toestroom in de TOZO mee ten opzichte van landelijke verwachtingen vooraf. Overigens valt niet uit te sluiten dat er als gevolg van de coronacrisis een vertraagd nadelig effect optreedt op de arbeidsmarkt, nadat het landelijke steunpakket vervalt. Er is daarom geen zekerheid om het voordeel dat in 2021 is ontstaan, aan te merken als structureel. Daarnaast maakt de systematiek van de BUIG (t-2) dat de rijksbijdrage altijd achterloopt op de uitgaven en dat inkomsten tezijnertijd gaan dalen. Dit maakt bijsturen op deze begrotingspost lastig.

WSW (€ 147.000 incidenteel voordeel)
Er is sprake van een voordeel ten aanzien van de Sociale Werkvoorziening, dat wordt verklaard door beperkte salariskosten in relatie tot de rijksbijdrage, een lager omzetverlies door corona dan werd verwacht en een nieuwe verdeelsystematiek binnen de GR Werkzaak. Een kleiner aandeel in de kosten biedt geen garantie dat de kosten in absolute zin de komende jaren gaan dalen. Dat is afhankelijk van het gelijk opgaan van natuurlijke uitstroom in Neder-Betuwe met de landelijke verwachting en het stabiel blijven van de bedrijfsvoeringskosten binnen de GR Werkzaak. In 2022 zullen wij de kosten monitoren en, indien nodig, via de tweede bestuursrapportage 2022 voorstellen om een bijstelling van het budget (Zie voor een uitgebreidere toelichting onder “Werkzaak Rivierenland”).

Re-integratie- en participatievoorzieningen (€ 193.000 incidenteel voordeel)
Het beschikbare re-integratiebudget is voor € 193.000 onbenut gebleven, met name door de coronacrisis. Enerzijds was de rijksbijdrage verhoogd om bijstandsgerechtigden en ondernemers te begeleiden naar ander werk, maar hiervan is nauwelijks gebruik gemaakt, omdat er vanwege het landelijke steunpakket voor ondernemers minder banen verloren gingen. Anderzijds geeft uitvoerder gemeente Buren aan dat inzet van re-integratie-instrumenten ernstig bemoeilijkt werd door de coronamaatregelen. Bijvoorbeeld doordat groepsbijeenkomsten niet of nauwelijks mogelijk waren, maar ook doordat (vaak kwetsbare) klanten natuurlijk ook de RIVM-richtlijnen moesten volgen en zich daardoor vaker afmeldden.

Inburgering (€ 111.000 incidenteel voordeel)
De inwerkingtreding van de Wet Inburgering 2021 is opnieuw uitgesteld en is ingegaan op 1 januari 2022. Hierdoor zijn de activiteiten in het kader van implementatie uitgesteld en zijn de middelen die in 2021 met dit doel ontvangen zijn, niet benut. Daarnaast zijn vanwege coronamaatregelen diverse projecten ten behoeve van de “ondertussengroep” vertraagd. De uitvoering van de Wet Inburgering is per 1 januari 2022 overgeheveld naar Regio Rivierenland door middel van het aangaan van een DVO. Regio Rivierenland voert deze werkzaamheden in 2022 voor ons uit. Vluchtelingenwerk zal in de eerste drie maanden van 2022 taken afronden en overdragen op basis van de contractafspraken 2021. Voor de werkzaamheden van Regio Rivierenland en Vluchtelingenwerk is € 62.000 nodig, die kan worden gedekt door middelen van 2021 te bestemmen voor 2022. U wordt voorgesteld om € 62.000 te bestemmen voor 2022, zodat deze groep de geplande ondersteuning kan blijven ontvangen.

Bijzondere bijstand (€ 186.000 incidenteel voordeel)
In 2021 is in totaal € 173.632 (niet geoormerkte) extra rijksbijdrage ontvangen in verband met de coronacrisis. Het rijk verwachtte extra aanspraak op bijzondere bijstand (coronacompensatie € 6.684) en de tijdelijke regeling TONK (€ 166.948). De landelijke verdeling lijkt gebaseerd op inwoneraantallen en niet op daadwerkelijke economische omstandigheden in de regio. In de praktijk bleek het aantal aanvragen naar aanleiding van de coronamaatregelen in Neder-Betuwe zeer beperkt. Er zijn enkele schrijnende casussen gesignaleerd, maar het door het rijk toegekende bedrag is bij lange na niet nodig geweest. Wij rekenen erop dat eventuele nadelige effecten op de arbeidsmarkt (zoals baanverlies en faillissementen) zich met vertraging zullen voordoen. En daarmee verwachten we een eventuele toename in aanvragen Bijzondere bijstand ook pas in 2022 en verder. Om deze toename in 2022 te kunnen opvangen, wordt u voorgesteld om € 10.000 te bestemmen voor 2022.  

Overige kleine verschillen (€ 18.000 voordeel)
Behoeven geen toelichting.

PROGRAMMA 6 ONDERWIJS, SPORT EN WELZIJN (VOORDEEL € 49.000)

Taakveld 4.2 Onderwijshuisvesting (incidenteel nadeel € 38.000)
Binnen dit taakveld is sprake van een incidenteel voordeel van € 26.000 op gemeentelijke belastingen en waterschapslasten. Deze lasten lagen ruim 18,5% lager dan begroot. In 2022 zal de raming worden aangepast aan het verwachte benodigde bedrag.

Met ingang van 2021 heeft het oude schoolgebouw aan de Tollenhof in Kesteren een functie gekregen als tijdelijk schoolgebouw om een tekort aan onderwijsruimten weg te nemen voor drie scholen (basisschool De Wegwijzer, basisschool Seba school en VO instelling Pantarijn). In tegenstelling tot de verwachting dat de drie scholen pas in het schooljaar 2022/2023 alle schoollokalen zouden claimen, vond dit door een lokalentekort al in het schooljaar 2021/2022 plaats. Dit vroeg om versnelde en onvoorziene maatregelen om het inmiddels afgeschreven gebouw weer geschikt te maken voor gebruik conform de huidige maatstaven voor gebruik en veiligheid. In een raadsinformatiebrief van 23 augustus 2021 (RIB-50) bent u hierover geïnformeerd.
Volgens het principe sober en doelmatig zijn meerjarig beperkte budgetten beschikbaar. Wij hadden de verwachting dat de budgetten krap maar mogelijk toereikend zouden zijn. Helaas hebben onvoorziene maatregelen (onder meer in de nazorg) zowel op projectmatige zaken als de reguliere exploitatie en stijgende prijzen van diensten en materialen geleid tot een incidenteel nadeel van ruim € 85.000.
Deze incidentele kosten worden deels gedrukt door een incidenteel voordeel van € 23.000 op verhoogde inkomsten uit de versnelde verhuur van lokalen en het gebruik van de gymzaal.

Overige kleine verschillen op dit taakveld tellen op tot een incidenteel nadeel van € 2.000 en  behoeven geen toelichting.

Taakveld 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken (incidenteel voordeel € 69.000)
Binnen dit taakveld is op het budget voor Peuteropvang en VVE sprake van een incidenteel voordeel van € 84.000. Dit budget wordt gedeeltelijk bekostigd vanuit rijksmiddelen voor onderwijsachterstandenbeleid (OAB) en gedeeltelijk vanuit algemene middelen. In 2021 hebben wij alle kosten (€ 465.359) kunnen dekken vanuit de OAB-middelen (€ 740.531 in 2021), waardoor de algemene middelen vrijvallen. De OAB-middelen die in een jaar overblijven (€ 275.171), worden op de balans gereserveerd in derdengelden, voor uitgaven in 2022 of terugbetaling aan het rijk .

Overige kleine verschillen op dit taakveld tellen op tot een incidenteel nadeel van € 15.000 en  behoeven geen toelichting.

Taakveld 5.1 Sportbeleid en activering (incidenteel voordeel € 15.000)
Binnen dit taakveld is op Bevordering sportdeelname een overschot van € 65.000 op de besteding van de ontvangen Specifieke uitkering Sportakkoord. Deze specifieke uitkering bedroeg in 2021
€ 85.142,30, waarvan € 19.946,67 in 2021 is benut. Vanuit het ministerie is de mogelijkheid geboden om het onbenutte deel van deze specifieke uitkering in 2022 te besteden aan het sportakkoord en gezonde leefstijlinterventies als specifieke doelen. Dit bedrag wordt op de balans gereserveerd in derdengelden en is daarmee budgettair neutraal. Naast dit budget neutrale overschot op de Specifieke uitkering Sportakkoord is binnen dit taakveld sprake van een incidenteel voordeel van € 10.000 op Bevordering sportdeelname en een incidenteel voordeel van € 26.000 op Combinatiefuncties. Deze voordelen zijn met name ontstaan doordat een aantal activiteiten en events en projecten onder uitvoering van de buurtsportcoaches geen doorgang konden vinden als gevolg van de coronamaatregelen en doordat er dit jaar geen scholing en/of cursussen zijn bekostigd voor de buurtsportcoaches.

De subsidieregeling Specifieke uitkering stimulering sport 2021 is niet volledig toegekend. Op basis van de beschikking ontvangen gemeenten voor 2021 een compensatie van 76,94% in plaats van 100% die is aangevraagd (nadeel € 11.491). Daarnaast is er in werkelijkheid in 2021 minder uitgegeven dan bij de aanvraag gedacht. Dit geeft een nadeel aan de batenkant op de compensatie (€ 9.713). Per saldo heeft de subsidieregeling Specifieke uitkering stimulering sport een incidenteel nadeel van € 21.000.

Taakveld 5.2 Sportaccommodaties (incidenteel nadeel € 45.000)
Binnen dit taakveld is sprake van een incidenteel nadeel van € 80.000 op de inkomsten van verhuur gemeentelijke gebouwen en bijdrage energielasten, binnen- en buitensportvoorzieningen. Dit zijn de gederfde inkomsten als gevolg van verminderd gebruik en/of sluiting vanwege coronamaatregelen. Voor de derving van de vaste verhuur hebben wij aanspraak kunnen doen op de regeling Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties (TVS) 2021 (€ 38.000 incidenteel voordeel). Per saldo betreft het een incidenteel nadeel van € 42.000.

De subsidieregeling Specifieke uitkering stimulering sport 2021 is niet volledig toegekend. Op basis van de beschikking ontvangen gemeenten voor 2021 een compensatie van 76,94% in plaats van 100% die is aangevraagd (€ 6.381 nadeel). Daarnaast is er in werkelijkheid in 2021 minder uitgegeven dan bij de aanvraag gedacht. Dit geeft een nadeel aan de batenkant op de compensatie (€ 20.059). Tot slot hebben wij de definitieve beschikking over 2020 ontvangen, waarbij er alsnog een toekenning van 100% compensatie over 2020 heeft plaatsgevonden (€ 18.785 voordeel). Per saldo heeft de subsidieregeling Specifieke uitkering stimulering sport een incidenteel nadeel van € 8.000.

Overige kleine verschillen op dit taakveld tellen op tot een incidenteel voordeel van € 5.000 en  behoeven geen toelichting.

Taakveld 5.3 Culturele presentatie, -productie en –participatie (incidenteel voordeel € 49.000 in 2021 en incidenteel nadeel € 26.000 in 2022)
Binnen dit taakveld is sprake van een incidenteel voordeel van circa € 99.000 op Overige subsidies sociaal domein. In het algemeen geldt dat er in 2021 minder aanvragen voor activiteitensubsidie zijn gedaan.
Daarnaast bestaat dit incidentele voordeel op subsidies hoofdzakelijk uit extra middelen compensatie corona die wij in de septembercirculaire 2021 hebben ontvangen voor lokale cultuur corona steun en buurt- en dorpshuizen corona steun. Voor de instandhouding van onze culturele infrastructuur wordt op dit moment een nadere regel opgesteld, waarvoor de uitgaven in 2022 zullen plaatsvinden. In de bestuursrapportage najaar 2021 hebben wij hiervoor reeds middelen laten bestemmen, die wij hebben ontvangen in de decembercirculaire 2020. Vanuit de extra middelen die wij in de septembercirculaire 2021 hebben ontvangen, willen wij aanvullend een bedrag laten bestemmen, zodat wij ook onze dorpshuizen de financiële steun kunnen geven die zij nodig hebben. Daarom wordt voorgesteld om een bedrag van € 9.474 te bestemmen voor 2022.  

In de decembercirculaire 2021 hebben wij nog eens € 43.097 ontvangen, waarover de raad is geïnformeerd in RIB-10 over de decembercirculaire 2021. Deze middelen staan verantwoord onder programma Algemene Dekkingsmiddelen taakveld 0-7 algemene uitkering gemeentefonds. Mocht er in de loop van 2022 wederom behoefte ontstaan aan coronacompensatie voor de culturele infrastructuur of dorpshuizen, dan zullen wij hiervoor opnieuw een nadere regel opstellen en hiervoor de benodigde middelen aanvragen.

Op inhuur personeel derden is sprake van een incidenteel nadeel van € 26.000. Uit voorzorg zijn in de bestuursrapportage najaar 2021 middelen naar 2022 doorgeschoven ten behoeve van fase B van het project MFA+ in Dodewaard. Het vlot verlopen van het proces in de laatste maanden van 2021 heeft echter al voor uitgaven voor advies en externe expertise in 2021 gezorgd. Omdat de uitgaven gedeeltelijk al in 2021 zijn gedaan resulteert dit in een nadeel van € 26.000 voor 2021. In de eerste bestuursrapportage 2022 kan daarmee een deel van het doorgeschoven budget 2021 naar 2022 incidenteel vrijvallen. Dit resulteert in een incidenteel voordeel voor 2022 van € 26.000.

Een aantal kosten, die niet waren begroot, hebben geleid tot een incidenteel nadeel van € 12.000, te weten: advies- en inspectiekosten ten behoeve van het Beheerplan duurzaam meerjarig onderhoud gemeentelijke gebouwen 2022-2025, de implementatie van de norm NEN 3140 voor beheer en onderhoud aan elektrische installaties en ventilatieproblematiek in relatie tot Covid-19. Ook is een beperkte investering gedaan in Verenigingshal De Eng in Dodewaard, zodat deze vanaf september kan worden gebruikt door het ‘Huis van Dodewaard’.

Op verhuur gemeentelijke gebouwen is sprake van een incidenteel nadeel van € 21.000. Dit is de gederfde huur als gevolg van verminderd gebruik en/of sluiting vanwege coronamaatregelen.

Overige kleine verschillen op dit taakveld tellen op tot een incidenteel voordeel van € 9.000 en  behoeven geen toelichting.

Overige taakvelden kleine verschillen € 1.000 nadeel
behoeven geen toelichting.
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN, OVERHEAD, VPB EN ONVOORZIEN (VOORDEEL € 1.636.000)

Taakveld 0.4 Overhead (voordeel van € 654.000)

Personeelslasten (voordeel €211.000)
Binnen het taakveld Overhead is een voordeel ontstaan met betrekking tot de personeelslasten van in totaal € 220.000. Een bedrag van afgerond € 110.000 heeft betrekking op de aankoop van verlof, voormalig personeel, vergoedingen opleidingen/cursussen, inkomsten uit detachering en een ontvangen subsidie. Een bedrag van afgerond € 40.000 heeft betrekking op het meer kunnen toerekenen van overhead aan taakveld grondexploitaties.
Een voordeel van afgerond € 61.000 heeft betrekking op het verschil van de vrijval vacaturegelden (1,37 miljoen) en de uitgaven inhuur derden (1,30 miljoen).  

ICT & I+A programmagids & Informatiebeleidsplan (voordeel € 393.000)
De ICT-gerelateerde exploitaties resulteren in 2021 in een eenmalig voordeel van € 393.000. De verschillen zijn als volgt over de ICT budgetten verdeeld. Op ICT is er een voordeel van €154.000 incidenteel, op I&A programmagids een voordeel van € 244.000 en het Informatiebeleidsplan een klein nadeel van € 5.000. De ambities voor 2021 zijn wederom te groot gebleken. Naast alle doorgeschoven en geplande projecten die opgepakt zouden worden, hebben we in 2021 ook te maken gehad met onderbezetting. Dit hebben we wel tijdelijk kunnen oplossen voor onze going concern werkzaamheden. Wat betreft de projecten is de ICT formatie te krap en is het in 2021 niet mogelijk geweest om projecten goed op te pakken en door te pakken. De middelen die daarvoor begroot waren willen we deels meenemen naar het jaar 2022 en dit onder andere gebruiken om in te huren om deze projecten op te kunnen pakken. € 237.000 willen we inzetten voor een opschoningsactie / inhaalactie in 2022. Hierdoor blijft over een incidenteel voordeel van € 156.000 (I&A Geo Informatie) in 2021 over.

Overige kleine verschillen op taakveld overhead(voordeel € 50.000)
Binnen het taakveld overhead zijn minimale overige kleine verschillen. Overige kleine verschillen betreffen een voordeel van € 50.000 en behoeven geen verdere toelichting.

Taakveld 0.7 Algemene uitkering gemeentefonds (voordeel van € 838.000)
Op dit taakveld is een incidenteel voordeel ontstaan van € 838.000 voor het jaar 2021. Ten eerste als gevolg van het positieve effect vanuit de decembercirculaire 2021. Zoals dit eerder is gemeld in een raadsinformatiebrief. Hieruit blijkt een positief incidenteel effect van € 968.000 voor 2021. Ten tweede is met betrekking tot de voorgaande jaren een incidenteel aanvullend voordeel te melden van € 35.000. Dit is het gevolg van (definitieve) afrekeningen van de algemene uitkering voorgaande jaren op basis van definitieve maatstaven en hoeveelheden die jaren later pas definitief worden vastgesteld. Per saldo verklaren deze twee onderdelen een positief incidenteel voordeel van € 1.003.000.

Naast deze twee verklaringen is er ook sprake van een incidenteel nadelig effect op basis van de afrekening van het ruimen van explosieven in het jaar 2021. Aangezien de lasten en baten uiteindelijk lager zijn uitgevallen dan geraamd ziet u op het taakveld algemene uitkering hiervan een nadeel terugkomen van € 165.000. Het voordeel van lagere lasten ziet u terugkomen op taakveld openbare orde en veiligheid. Per saldo heeft het onderdeel ruimen van explosieven een nagenoeg neutraal effect in de jaarrekening 2021, echter vanwege de administratieve verplichting om de lasten en baten op afzonderlijke taakvelden te verantwoorden ziet u hier het effect op de algemene uitkering terugkomen.

In totaliteit is derhalve sprake van een incidenteel voordeel op het taakveld algemene uitkering van € 838.000 (€ 968.000 + € 35.000 - € 165.000) te melden over het jaar 2021.

Taakveld 0.8 Overige baten en lasten (voordeel van € 32.000)
Het voordeel betreft het restant van de post onvoorzien 2021 dat niet benut is.

Taakveld 0.9 Vennootschapsbelasting (voordeel van € 44.000)
Afgelopen jaar zijn de aanslagen vennootschapsbelasting (VPB) van de jaren 2016 t/m 2018 definitief door de Belastingdienst vastgesteld. In het verleden is voor de af te dragen VPB een verplichting opgenomen op basis van inschattingen. Nu de aanslagen definitief zijn vastgesteld voor de jaren 2016 t/m 2018 leidt dit tot een vrijval van de verplichting van € 13.928. Daarnaast kan op basis van de carry- back methode (= verrekening verliezen voorgaande jaar) nog een aanvullende teruggave vpb over jaar 2018 tegemoet worden gezien. Dit geschiedt pas nadat de aanslag VPB over jaar 2019 definitief door de Belastingdienst is vastgesteld. In de jaarstukken 2019 is al rekening gehouden met een bedrag van € 37.784, maar de te verwachten teruggave over jaar 2018 komt nu uit op € 67.410. Hierdoor ontstaat er nog een voordeel van € 29.626. In totaliteit dus € 43.554 als voordeel te melden in 2021.

Overige taakvelden kleine verschillen (voordeel € 68.000)
Kleine verschillen op de overige taakvelden binnen dit programma laten een voordeel zien van afgerond € 68.000 en behoeven niet toegelicht te worden.

Deze pagina is gebouwd op 06/07/2022 14:25:39 met de export van 06/07/2022 14:07:25