Paragrafen

Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicomanagement

3D (Jeugd, Wmo en Participatie)  
Waar in de eerste jaren de budgetten voor de Wmo, Jeugd en Participatie overschotten lieten zien, ontstaat sinds 2018 een kentering in de resultaten. De kosten voor de zorg blijven toenemen, niet alleen door het uitbreiden van de totale omvang. Ook de kosten voor de individuele situaties nemen toe. Voor het uitvoeren van de regelingen Jeugdzorg, Wmo en de Participatie zijn de volgende risico’s onderkend:

  • onduidelijkheid over het verloop en de omvang van de rijksbijdragen (Jeugdwet en Participatiewet);
  • onvoldoende inzicht in het effect van het abonnementstarief voor de Wmo op de zorg- & uitvoeringskosten;
  • er is sprake van een toename in aanvragen en zorguitgaven in de HBH en hulpmiddelen;
  • toenemende kosten voor woningaanpassingen;
  • stijgende kosten Jeugdzorg (per jeugdcliënt);
  • volume- en prijsontwikkelingen;
  • onduidelijkheid over de wetswijziging Vroegsignalering Schuldhulpverlening per 1 januari 2021 op de uitvoeringskosten;
  • onzekerheden in het effect van het Coronavirus (Covid-19) op de ontwikkeling in het aantal bijstandsgerechtigden (en Rijksbijdragen);
  • effecten van de door-decentralisatie van Beschermd wonen;
  • onzekerheden ten aanzien van de BTW-compensatie voor sport (SPUK).

Het betreffen hier drie zogenaamde “open-einde-regelingen”. Hiervoor is een risico inschatting opgenomen van € 500.000.

De uitgaven en het beschikbare budget worden via de vaste Planning en Control cyclus nauwgezet gevolgd. Waar noodzakelijk worden zij bijgesteld met voorgestelde maatregelen. Zo zijn in de bestuursrapportage najaar 2021 de budgetten voor Wmo en de Jeugdwet structureel bijgesteld.
In 2021 is er vanuit Wmo, Jeugd en Participatie geen negatieve impact geweest op onze financiële positie.

Deze pagina is gebouwd op 06/07/2022 14:25:39 met de export van 06/07/2022 14:07:25